In deze blog wil ik een les reflecteren. De les verliep niet zoals ik dat gewild had. De klas was onrustig en er was een laag leerrendement. Het reflecteren doe ik volgens het Gibbs model(Schop, 2011).

Beschrijving
Wat is er feitelijk gebeurd?
We zijn momenteel bezig met het hoofdstuk over formules, tabellen en grafieken. De leerlingen hebben aangegeven dat ze dit hoofdstuk als uitdagend ervaren. Mijn huidige onderzoek richt zich ook op dit onderwerp, waarbij ik hoop te ontdekken hoe ik deze leerstof effectief aan de leerlingen kan overbrengen. Dat gezegd hebbende, laten we ons nu concentreren op de reflectie van deze les.
Mijn doel voor vandaag was om de leerlingen te leren hoe ze vergelijkingen kunnen oplossen met behulp van de balansmethode, een aanpak die ze nog niet eerder hebben gezien en dus volledig nieuwe leerstof voor hen is.
Bij aanvang van de les merkte ik op dat de klas al enigszins onrustig was, een situatie die niet ongebruikelijk is. Zoals gewoonlijk stond ik bij de deuropening om een goede gastheer te zijn en de klas binnen te laten. Deze positie stelt me in staat om de onrust in de gang te houden en in mijn klaslokaal een rustige sfeer te creëren(Slooter, 2009). Helaas bleef de rust maar van korte duur. Leerlingen praatten door me heen, waren afgeleid en hadden meer interesse in hun medeleerlingen dan in de les.
Ik begon met individuele leerlingen aan te kijken, maar toen dat niet hielp, noemde ik de namen van de leerlingen die niet stil waren. Helaas werden dat er steeds meer. Zodra ik de ene helft van de klas tot stilte had genoemd, begon de andere helft weer te praten. Uiteindelijk zag ik me genoodzaakt om met luide stem de aandacht van de hele klas te trekken. Hoewel ik liever niet op deze manier hoef op te treden, wist ik op dat moment niet hoe ik de klas anders kon disciplineren.
Dit zorgde weliswaar voor een korte periode van stilte, maar al snel begonnen de leerlingen weer met elkaar te praten, en moest ik praktisch weer vanaf het begin beginnen. Aan het einde van de les werden er veel vragen gesteld door de leerlingen, waarbij ze aangaven dat ze de lesstof niet begrepen en gefrustreerd waren.
Ik heb de les afgesloten door duidelijk te maken dat dit gedrag niet acceptabel is en dat we de volgende les een andere aanpak moeten hanteren.
Gevoelens
Wat denk en voel ik daarbij?
Na afloop van de les en nadat de leerlingen naar hun volgende les waren vertrokken, overheerste bij mij een onaangenaam gevoel. Wat me het meest dwarszat, was het besef dat sommige leerlingen de lesstof niet begrepen en ik niet in staat was om hen de nodige hulp te bieden. Ik ben leraar geworden omdat ik gepassioneerd ben over het uitleggen van wiskunde. Het geeft me voldoening om mijn leerlingen iets bij te brengen over dit prachtige vakgebied. Wanneer ik dan merk dat ik die kans niet volledig kan benutten vanwege de onrust in het klaslokaal, raakt me dat diep. Ik wil niets liever dan dat mijn leerlingen de stof begrijpen, vooral degenen die echt willen begrijpen.
Kortom, ik hield een onaangenaam gevoel over aan deze les. Het frustreerde me dat de onrust in het lokaal me belette om de leerlingen de uitleg te geven die ze verdienen.
Daarnaast baal ik ervan dat het me niet lukt om deze klas volledig onder controle te krijgen. Het is mijn mentorklas, en ik wil het graag goed doen bij deze groep. Soms heb ik het gevoel dat deze klas door mijn vingers glipt. Ik wil de autoriteit herstellen en ervoor zorgen dat ze naar me luisteren wanneer ik iets uitleg. Het lijkt erop dat meerdere collega's met dezelfde uitdagingen te maken hebben met deze klas, maar aan het begin van het schooljaar verliep het beter, en het frustreert me dat het nu niet meer zo soepel verloopt.
Evaluatie
Wat ging er goed en wat ging er verkeerd?
Na deze les was het aanvankelijk moeilijk om positieve aspecten te vinden, maar na zorgvuldige overweging kon ik er toch enkele identificeren. Het proces van binnenkomst van de leerlingen verliep soepel. Hoewel ze wat onrustig waren in de gang, sprak ik hen aan voordat ze het klaslokaal betraden. Ik gaf hen duidelijke instructies: ze mochten één voor één naar binnen komen, moesten hun telefoon in de telefoontas leggen en op hun eigen plek gaan zitten. De leerlingen volgden deze aanwijzingen keurig op. Het was effectief om heel duidelijk bij de deur te staan en deze instructies te geven voordat ze het lokaal binnenkwamen.
Ondanks dat sommige leerlingen de lesstof niet begrepen, waren er anderen die de balansmethode moeiteloos konden toepassen. Gelukkig was deze les dus niet voor iedereen onsuccesvol.
Desondanks had het merendeel van de klas moeite met de lesstof. De meeste leerlingen hadden nog geen idee hoe de balansmethode werkte, en sommigen begrepen zelfs niet wat een vergelijking was.
De orde in de les liet veel te wensen over. Er werd veel gepraat, en dat ging niet over wiskunde. De leerlingen luisterden slecht naar mij en waren niet stil wanneer dat nodig was.
Analyse
Wat kan ik hiervan leren?
Het binnenkomen van de leerlingen verliep goed, en dit kon worden toegeschreven aan mijn duidelijke instructies. Wellicht was ik gedurende de rest van de les niet zo helder in mijn communicatie, wat mogelijk tot verwarring bij de leerlingen heeft geleid over wat er van hen werd verwacht.
Veel leerlingen ervoeren de lesstof als uiterst uitdagend, wellicht omdat ik niet voldoende aansloot bij hun voorkennis. Het lijkt erop dat ik me te veel concentreerde op het tempo en niveau van de les en daardoor de 'paniekzone' van de leerlingen activeerde. Hierdoor konden ze niet goed aansluiten bij de nieuwe lesstof en raakten ze gedemotiveerd(Vygotsky, 1990).
Tijdens momenten waarop ongewenst gedrag werd vertoond, maakte ik gebruik van een escalatieladder. Dit begon met het aankijken van de betreffende leerlingen, gevolgd door het noemen van hun naam wanneer ze ongewenst gedrag vertoonden. Als laatste redmiddel riep ik met luide stem de klas tot de orde. Hoewel ik dit laatste niet ideaal vond, voelde ik me genoodzaakt om zo te handelen. Het is duidelijk dat mijn escalatieladder verbeterd moet worden. Ik vind consequent handelen nog steeds een uitdaging. Dit kan komen doordat ik zelf nog niet helder voor ogen heb welke stappen mijn escalatieladder bevat. Het is cruciaal dat ik duidelijkheid verschaf aan de leerlingen over wat wel en vooral wat niet wordt getolereerd in mijn klaslokaal. Door bij ongewenst gedrag direct een consequentie te koppelen, zullen de leerlingen begrijpen wat wel en niet acceptabel is.
Conclusies
Wat had ik anders kunnen doen?
Het is waar dat ik beter had moeten aansluiten bij de voorkennis van de leerlingen. Mijn leerdoel voor deze les was wellicht te ambitieus. Het tempo van het boek leek de snelheid van mijn lessen te dicteren, maar nu realiseer ik me dat dit niet overeenkomt met het tempo van de leerlingen. Ik moet niet toelaten dat mijn lessen worden bepaald door het boek, maar eerder door de behoeften en het begrip van de leerlingen. Het is cruciaal dat ze daadwerkelijk begrip opdoen in plaats van in verwarring te raken.
Meer duidelijkheid in de les is inderdaad essentieel. Ik moet expliciet uitspreken wat ik van de leerlingen verwacht, en als ze zich niet aan deze verwachtingen houden, moeten er consequenties zijn. Leerlingen moeten duidelijk weten wie de autoriteit is in het klaslokaal en dat er regels zijn die moeten worden gevolgd. Het kan zijn dat deze regels voor sommigen niet volledig helder zijn, dus het is mijn taak om meer helderheid te verschaffen over wat er van hen wordt verwacht. Hopelijk zal een combinatie van meer duidelijkheid en consequent optreden leiden tot meer rust in het klaslokaal.
Actieplan
Wat doe ik een volgende keer anders, wat neem ik mee?
Ik ga deze les nog een keer geven. De leerdoelen zijn niet behaald en ik vind dat leerlingen recht hebben op een beter les. Deze les wil ik beginnen met duidelijkheid over de regels. Ik benoem wat ik van de leerlingen verwacht.
Hoe ik consequent te werk kan gaan vind ik lastig. Dit heb ik met collega's besproken en kreeg verschillende ideeën van hun. Eén van de ideeën was om bij een "overtreding" de naam van de leerling op het bord te zetten. Hierdoor zien leerlingen dat ze een fout hebben begaan, je maakt het visueel. Bij nog een "overtreding" komt er één streepje achter de naam. Dit betekend de volgende dag om 8 uur melden. Bij nog een overtreding komt er nog een streepje achter de naam. Dit betekend om 8 uur melden en een uur nakomen.
Aan mij is nu de taak om dit consequent toe te gaan passen. Bij welke overtreding moet ik een naam op het bord schrijven en bij welke kan een naam benoemen ook genoeg zijn? Dit moet ik voor mijzelf heel duidelijk hebben. Consequent handelen is belangrijk en daarom moet ik bij iedereen dezelfde regels toepassen. "Waarom staat mijn naam op het bord en die van hem niet!" is een opmerking die ik wil voorkomen.
In het begin zal ik veel namen moeten opschrijven en veel leerlingen hebben die om 8 uur moeten melden, maar in de loop van het jaar wennen de leerlingen aan de regels en hebben ze structuur.
Reactie plaatsen
Reacties