In deze blog wil ik mijn voortgang met betrekking tot mijn leerdoel orde houden in de klas bespreken. Ik zal bespreken welke stappen ik tot nu toe heb genomen om aan mijn leerdoel te werken en hoe ver ik ben gekomen. Ook zal ik reflecteren op mijn oorspronkelijke verwachtingen en of deze zijn uitgekomen. Heb ik mijn leerdoel aangepast? En werkt de aanvankelijk bedachte methode nog steeds zoals verwacht?
Bij het beschrijven van mijn voortgang van mijn leerdoelen maak ik gebruik van het reflectie methode van Gibbs(Schop, 2011).
Creëren van een vredige leeromgeving
Beschrijving
Vorig jaar had ik een behoorlijk levendige klas tijdens mijn lessen. Leerlingen waren tijdens de instructie niet altijd stil, en zelfs tijdens zelfstandig werken bleven ze vaak onrustig en meer bezig met hun klasgenoten dan met de lesstof. Ze grepen soms naar elkaars spullen, wat het creëren van een positieve leeromgeving bemoeilijkte. Deze klas was mijn mentorklas, en dit jaar heb ik ze opnieuw als mijn leerlingen voor wiskunde, wel in een gewijzigde samenstelling doordat 12 leerlingen vertrokken en er 12 nieuwe bij kwamen.
Dit jaar ben ik van start gegaan met een strengere en duidelijkere aanpak. Tijdens mijn instructies eis ik absolute stilte en spreek ik leerlingen aan bij onrust. Bij binnenkomst in het lokaal dienen ze hun telefoons in de daarvoor bestemde tas te plaatsen, wat vorig jaar niet altijd even goed lukte, maar waar ik dit jaar strikter op toezie. Om de vorming van informele groepjes tegen te gaan, heb ik een plattegrond ingevoerd die verplicht is, en ik houd me strikt aan deze indeling. Tijdens zelfstandig werken staat er een timer van 10 minuten op het bord, waarin volledige stilte wordt verwacht. Gedurende deze periode beantwoord ik geen vragen; pas na die 10 minuten mogen leerlingen zachtjes overleggen en kom ik rond om vragen te beantwoorden. Als ze hun materiaal vergeten, moeten ze dit nu zelf regelen, want ik leen niets meer uit, waardoor ze zelf verantwoordelijk worden voor hun benodigdheden.
Gevoelens
Vorig jaar ervoer ik een negatief gevoel wanneer ik wist dat ik deze klas moest lesgeven. Het vooruitzicht baarde me zorgen. In een van de lessen kwam een leerling naar me toe en gaf aan dat de les te rumoerig was, wat haar concentratie verstoorde. Dit raakte me diep, omdat ik streef naar een goede leeromgeving voor iedereen. Wanneer een leerling mij vertelt dat dit niet het geval is, voel ik me ongemakkelijk.
Dit jaar begon veelbelovend. Ik had het gevoel dat ik de klas onder controle had, ondanks mijn strengere aanpak, waarbij ik wel mezelf bleef. Na enkele weken veranderde dit echter. We behandelen nu een moeilijker onderwerp, en ik merk dat dit invloed heeft op de leerlingen. De stof lijkt minder goed binnen te komen, en ze worden onrustiger. Het gevoel dat de klas me ontglipt, groeit. Dit wordt beschreven in mijn blog over klassenmanagement, en dit gevoel wil ik graag veranderen. Ik ben begonnen met het noteren van namen op het bord als waarschuwing en het zetten van streepjes als consequentie.
Evaluatie
Ik heb een goede band opgebouwd met de leerlingen. Ze zien me als een leuke docent/mentor waarbij ze hun hart kunnen luchten. We hebben ook een prettige omgang met elkaar. Dit kan echter ook mijn valkuil zijn. Ik wil graag een goede relatie behouden met mijn leerlingen en ben bang dat streng zijn daarvan afbreuk doet. Desondanks merk ik dat leerlingen die baat hebben bij een rustige werkomgeving dit waarderen. Ze kunnen zich beter concentreren en vinden het prettig om in alle rust te werken.
Er zijn echter ook nadelen aan mijn nieuwe aanpak. Na mijn instructie moeten leerlingen zelfstandig werken. In de eerste 10 minuten mogen ze geen vragen stellen, om de stilte niet te verstoren. Sommige leerlingen raken hierdoor vast en maken geen voortgang tijdens deze tijd. Dit is verre van ideaal. Aan de andere kant zie ik dat veel leerlingen in die 10 minuten vragen hebben. Ik schud dan mijn hoofd en wijs naar de timer. Na afloop van die tijd ga ik naar de leerlingen met opgestoken vingers, en vaak hebben ze al zelf het antwoord gevonden, wat mijn voorkeur heeft als docent.
Het noteren van namen op het bord blijkt effectief. Leerlingen zien wanneer ze in de fout gaan en gedragen zich rustiger wanneer hun naam op het bord verschijnt. Ik heb gemerkt dat ik wel specifiek bij het bord moet staan met een stift in de hand, omdat leerlingen dan beter werken.
Analyse
Ik heb opgemerkt dat leerlingen die vragen hebben tijdens de 10 minuten zelfstandig werken vragen hebben over de eerste opgave van het huiswerk. Ik kan hiermee rekening houden tijdens mijn instructie en meer aandacht besteden aan de eerste opdracht van het huiswerk.
Conclusie
Mijn lessen volgen altijd dezelfde structuur. Ik start met een terugblik op de vorige les, geef de leerlingen een opdracht die aansluit op het huiswerk, vermeld de leerdoelen van de les en geef vervolgens instructie. Na de instructie krijgen de leerlingen een oefenopgave. Deze opgave wil ik nu vervangen door de eerste opdracht van het huiswerk, en ik wil zien hoe het noteren van namen op het bord verder uitpakt, gezien ik dit pas één les heb toegepast. Bovendien wil ik terugkomen op mijn vorige blog, waarin ik ontdekte dat de lesstof beter moet aansluiten bij de leerlingen dan bij het boek. Voor de komende lessen heb ik daarom een werkblad gemaakt en laat ik het boek even los om beter aan te sluiten bij de kennis van de leerlingen.
Actieplan
1. Vervang de oefenopgave na instructie door de eerste opdracht van het huiswerk.
2. Monitor en evalueer het noteren van namen op het bord om te zien hoe effectief dit is.
3. Pas de lesstof meer aan op de behoeften van de leerlingen en minder op het boek. Gebruik een werkblad voor de komende lessen om dit te testen.
Reactie plaatsen
Reacties