Christelijk College Groevenbeek is een brede school met alle leerroutes: van vmbo basis met leerwegondersteuning tot en met tweetalig vwo. Groevenbeek heeft twee locaties; in Ermelo en Putten.

De locatie Ermelo bestaat uit twee gebouwen die aan elkaar vastzitten: een gebouw voor de leerlingen van tvwo/atheneum/havo (± 1400 leerlingen) en een gebouw voor de leerlingen van het vmbo (± 1100 leerlingen). In beide afdelingen werken ongeveer 110 medewerkers.

Missie 

Groevenbeek is een open christelijke school met de bijbel als inspiratiebron en richtingwijzer. Ons doel is de vorming van evenwichtige mensen met durf en vertrouwen, die maatschappelijk betrokken zijn en zich gedragen als verantwoordelijke wereldburgers.

Visie

• Groevenbeek staat voor een vriendelijk en duidelijk pedagogisch klimaat, waarin iedereen zich veilig en gerespecteerd voelt en zich rechtvaardig gedraagt.
• Groevenbeek biedt onderwijs dat alle leerlingen stimuleert om hun talenten optimaal te ontwikkelen, uitstekende prestaties te leveren en zelf verantwoordelijkheid te dragen.
• Groevenbeek houdt actief rekening met verschillen tussen leerlingen en biedt alle leerlingen passende en deskundige ondersteuning.
• Groevenbeek heeft een professionele schoolcultuur, waarin alle medewerkers zich inspannen om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.

Kernwaarde

Als we in een paar woorden samenvatten waar Groevenbeek voor staat, komen we uit bij drie begrippen: veelzijdig - vriendelijk - vertrouwen

Veelzijdig

Op Groevenbeek is veel te kiezen. We bieden veel soorten onderwijs en allerlei keuzevakken. Er valt veel te beleven, de school bruist van de activiteiten. Onze leerlingen kunnen allerlei talenten ontwikkelen en krijgen een brede vorming.

Vriendelijk

Op Groevenbeek gaan we op een vriendelijke manier met elkaar om. We hebben persoonlijke aandacht voor onze leerlingen en geven de ondersteuning die ze nodig hebben. We vinden goede samenwerking en een prettige werksfeer belangrijk. Want: leren doen we samen.

Vertrouwen

Op Groevenbeek hebben we vertrouwen in wat onze leerlingen kunnen. We vertrouwen op een goede samenwerking met de ouders. We vertrouwen op de deskundigheid en de betrokkenheid van alle medewerkers. Vertrouwen is heel belangrijk in de bijbel, onze inspiratiebron en richtingwijzer.

Mijn visie

• Relatie met de leerlingen staat bij mij op één. Op het vmbo is de relatie tussen docent en leerling erg belangrijk. Wanneer de relatie niet goed is, gaat de leerling niet voor de docent werken en gaan de cijfers van de leerling naar beneden. Een leerling die door een minder goede relatie met de docent negatief gedrag laat zien kan daarin de klas meetrekken. Andersom kan een goede relatie met leerlingen juist heel bevorderend werken. Stel je hebt een goede relatie met de leerlingen, dan willen ze voor jou vak werken en gaan de cijfers/resultaten dus omhoog. Groevenbeek vind de relatie tussen de leerlingen ook erg belangrijk, maar zij betrekken nog een derde partij erbij; de ouders. Groevenbeek vind de dynamische driehoek erg belangrijk. Wanneer de relatie goed is tussen elke van deze drie hoekpunten is het leerrendement van de leerling het grootst. Ik vind het betrekken van de ouders een mooie toevoeging vanuit Groevenbeek, want de thuis situatie heeft veel invloed op hoe een leerling zich op school gedraagt en andersom. Daarom is goed contact tussen de school en de ouders erg belangrijk. 
• Toekomstgericht wiskunde onderwijs. Tijden veranderen en dat zal altijd zo blijven, maar ik ben van mening dat wij met de tijd mee moeten. Waarom moeten leerlingen de tafels nog uit hun hoofd leren als ze altijd een rekenmachine, in de vorm van een telefoon, in hun broekzak hebben zitten? Waarom nog formules uit je hoofd leren wanneer je deze ook kan opzoeken op het internet? Dit zijn misschien wel erg overdreven voorbeelden, maar ik ben van mening dat wij in de wiskunde ons meer moeten richten op het analyseren van problemen en bedenken hoe wij deze moeten oplossen dan dingen uit het hoofd leren. De leerlingen een vraagstuk voordragen en ze de oplossingsstrategie laten bedenken. Tijdens de lessen reikt de docent verschillende vaardigheden aan die de leerlingen in hun gereedschapskist stoppen. Met die gevulde gereedschapskist kunnen leerlingen verschillende problemen oplossen. Ik vind het belangrijker dat ze weten wanneer ze welk gereedschap het beste kunnen inzetten en daarbij een rekenmachine gebruiken, dan dat ze alles uit hun hoofd kunnen berekenen. 
• Werken tijdens de les. Wiskunde leer je vooral door opgaven te maken; te oefenen met de lesstof. Ik wil dat mijn leerlingen tijdens de les aan het werk gaan met de opgegeven opdrachten. Als ze met de opdrachten aan de slag gaan in de les heb ik zicht op wat er gebeurt. Ik loop rond en kan dan het werk van de leerlingen zien. Hierdoor kan ik misconcepten voorkomen als ik deze zie. Verder kunnen leerlingen vragen stellen als ze iets niet snappen. Door tijdens de les opgaven te laten maken weet ik bovendien zeker dat ze met de lesstof oefenen. Ik ben geen fan van huiswerkcontrole omdat ik die verantwoordelijkheid graag bij de leerlingen neer wil leggen. Door opgaven in de les te laten maken kan ik zo toch inzicht hebben in of ze hun werk wel of niet doen. Deze visie sluit mooi aan op de visie van Groevenbeek op het vmbo. Groevenbeek wil graag dat er tijdens de lessen voldoende tijd is voor het maken van het huiswerk op het de vmbo. Leerwerk voor toetsen valt natuurlijk wel buiten de lessen, maar het streven is dat het reguliere huiswerk binnen de lessen gedaan kan worden..
• Kwaliteit van leerkrachten. Ik ben trots om op Groevenbeek te werken en dat komt zeker door de collega's waar ik mee werk. De collega's waar ik mee samenwerk zijn allemaal erg goed in hun vak en zo houden wij de kwaliteit van het onderwijs op Groevenbeek hoog. Met dit in mijn achterhoofd was ik erg blij met het lezen van een artikel in het tijdschrift Euclides. "Het profiel van de wiskundeleraar" gaat over het beroepsprofiel van de wiskundedocent. Dit profiel is opgesteld om de kwaliteit van de wiskundedocent in stand te houden. Er lagen namelijk plannen om docenten met een pabo diploma een certificaat te geven waarmee ze wiskunde op het vmbo mochten geven aan de basis en kader klassen. Ik ben erg blij dat dit niet het geval is, zo blijft de kwaliteit van de wiskundedocenten hoog. In dit profiel werd ook de kernwaarde van wiskunde beschreven waar ik mij persoonlijk erg in kan vinden. Wiskunde heeft een vormende waarde, is nodig om als verantwoordelijke burger te functioneren en is dragend voor andere disciplines, beroepen en vervolgonderwijs. Met name die laatste kernwaarde spreekt mij aan. Leerlingen moeten veelal hun wiskundige vaardigheden inzetten bij een toekomstig beroep of studie (Van Den Bogaart & Caspers, 2021).

Waarom past Groevenbeek bij mij?